Het gevecht van Badr (2/3)

Gepubliceerd op 9 december 2018 om 09:53

Na een tijd kwam het gevecht van Badr. Ummayah Ibn Khalaf had geen enkele intentie om deel te nemen in dit gevecht.
Eén van de andere mushrikien (ongelovigen) genaamd ‘Ukbah Ibn Mu’eth’ ging naar Ummayah en gooide een stuk kool naar hem.
Hij zegt: 'Ga en kook als een vrouw in huis, omdat je toch niet gaat mee vechten in het gevecht.' Het is net als dat je tegen iemand zegt: ‘Ga naar huis en draag een rok.’
Ummayah zegt: ‘ Moge Allah jouw gezicht misvormen!'

Ummayah was nu genoodzaakt om deel te nemen aan het gevecht, dus ging hij naar het slagveld. De moslims hadden in elk gevecht een strijdkreet. De strijdkreet van dit gevecht was: A’HAD A’HAD ………. Eén ALLAH één ALLAH!!

Na het gevecht was Ummayah gevangen genomen, Hazrat Bilal رضي الله عنه zag dit en zei : ‘Ummayah Rah’Usl Kuffur! (Het hoogtepunt van Kuffur!!) Ma Na’Jou Tu In Na’Ja!! (Ik zal dit niet overleven als hij het overleeft, of hij blijft levend of ik!)
Hazrat Bilal رضي الله عنه bewoog en duwde Abdur Rahman Ibn Awf رضي الله عنه aan de kant en hij sloeg en doodde Ummayah. En wat zei Hazrat Bilal رضي الله عنه tijdens het doden : ‘A’HAD A’HAD ……. Één ALLAH één ALLAH!!!

De tijd dat onze geliefde Profeet Muhammad ﷺ ziek was. In die periode gaf Bilal رضي الله عنه
vaak de Azaan. Eén dag kwam onze Heilige Profeetﷺ niet opdagen nadat de Azaan was geweest, dus Bilal ging naar onze Profeet Muhammad ﷺ toe om hem te roepen. Hij zag de Heilige Profeet ﷺ in een zieke staat en zei : “Wa Huz NA!” (Wat een verdriet!) 'Ik zou wensen dat mijn moeder mij nooit gebaard had, dat ik deze dag moet zien. Dat ik was gestorven voordat ik deze dag zou meemaken.'

Wanneer de heilige Profeet Mohammad ﷺ
het wereldse leven had verlaten en de heilige lichaam van de heilige Profeet Muhammad ﷺ nog niet was begraven gaf Bilal رضي الله عنه
de Azaan. Wanneer hij het stuk bereikte “Ash Hadu Anna Muhammadan Rassoollullah” (ik getuig dat Profeet Muhammad ﷺ de boodschapper is van Allah)
Het kwam vaak voor dat wanneer
Bilal رضي الله عنه dit deel bereikte van de Azaan, onze heilige Profeet Mohammad ﷺ uit zijn huis vertrok die grensde aan de moskee. Dit keer zag hij de geliefde Profeet ﷺ niet en hij begon snikkend te huilen, alle mensen om hem heen begonnen ook met huilen.

De opeenvolgende drie dagen probeerde Hazrat Bilal رضي الله عنه de azaan te geven. Elke keer wanneer hij het stukje Ash Hadu Anna Muhammadan Rasoollullah bereikte, begon hij te snikken.

Hij ging naar Abu Bakr رضي الله عنه en zei: “ Oh Abu Bakr, Geef mij toestemming om Medinah te verlaten, omdat ik de heilige Profeet ﷺ
heb horen vermelden over de deugdzaamheid van Jihad. Ik wil Jihad doen!"
Abu Bakr رضي الله عنه zei hierop: ‘ Nee Bilal! Blijf bij mij! Ik heb je nodig!!'
Bilal رضي الله عنه zei : "Oh Abu Bakr, Als je mij had bevrijd voor jezelf dan hou mij bij je, maar als je mij had bevrijd omwille van Allah, dan laat mij gaan!"
Abu bakr رضي الله عنه liet Bilal رضي الله عنه gaan.

Hazrat Bilal رضي الله عنه was op jihad gegaan en zag op een dag in zijn droom onze geliefde Profeet Mohammad ﷺ . Rasuloellah ﷺ zei:
“Oh Bilal, wat is er gebeurd dat jij mij nooit bent komen bezoeken?"

Bilal رضي الله عنه werd wakker en reisde naar de stad Medinah in een gehaasde tempo. In Medinah bezocht hij de de Roza Mubarak (graf) van Profeet Mohammad ﷺ en barstte in huilen uit liefde en gemis voor Rasuloellah ﷺ .

De kleinkinderen van Profeet Mohammad ﷺ ,
Hassan رضي الله عنه en Hussain رضي الله عنه ,
kwamen en zeiden: “Oh Bilal, geef de Azaan”.
Hazrat Bilal رضي الله عنه stond op en gaf de Azaan…. “Allah Hu Akbar… Allah Hu Akbar."
De verhalen vertellen dat de hele stad Madinah in huilen uitbarstte, omdat het de herinneringen van Rasuloellah ﷺ naar voren bracht.
Hazrat Bilal رضي الله عنه probeerde in Medinah te blijven, maar vond het lastig omdat alles om hem heen aan Rasuloellah ﷺ deden denken.
Hazrat Bilal رضي الله عنه besloot daarom om Medinah te verlaten.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.